De beide namen worden wel ééns door elkaar gebruikt. Er bestaat echter een effectief verschil tussen beide. Als we beide termen wensen te verstaan, is een stap in de geschiedenis vaak een nodig gegeven. Of heeft de maritieme sector toch nood aan beide diensten of termen?
We grijpen terug naar de wet van 27 september 1842: “Policie der Zeevaert”. Het artikel 1 van de wet bepaalde: “Waterschouten, door den Koning benoemd, worden gelast met toezigt over en de policie van de zeevaert.”
De takenbundel die toegeëigend waren aan de waterschouten waren veelvoudig. De taken kunnen onderverdeeld worden in een aantal administratieve taken als zowel de gerechtelijke taken. De aanmonstering van zeelieden was een soortgelijke administratieve taak. De gerechtelijke taak nam de vorm aan van het opsporen van alle aan boord van schepen bedreven wanbedrijven, overtredingen en misdaden. Alle zaken die een verband hadden met ‘handelingen van openbaar belang’ waren toegewezen aan de waterschouten.
Waar was echter de bevoegdheidsgrens? Een haven van Antwerpen, gelegen net naast het hart van de stad. Een gemeentelijke politie die de openbare orde moest handhaven in de gemeente, terwijl de waterschouten zich vooral toelegden op de haven. In artikel 3 van de befaamde wet van 1842 vinden we een –duidelijke- bevoegdheidsverdeling. “De plaetselyke overheden blyven belast met de policie van de kommen en kanaelen en van de vaertuygen die zich aldaer bevinden, mitsgaders van de huyzen der logementhouders en andere openbaere plaetsen door de zeelieden bezocht…” De verschillende gedeelten die zich in de bevoegdheidsgebied van de lokale gemeentelijke politie bevond waren dus niet toelaatbaar voor het uitoefenen van gezag door de waterschout. Enkel de plaatsen waar veel zeevarenden zich permanent bevonden waren onder de bevoegdheid van de waterschouten. De term ‘schipperskwartier’ in Antwerpen was één van de plaatsen waar de waterschouten hun bevoegdheden konden laten gelden, binnen de bevoegdheidsgebied van de lokale gemeentelijke politie.
Een honderdtal jaar later, met name 1936, werden de waterschouten belast met het waken over de uitvoering van het beslag op zee- en binnenschepen en in de wateren van het Rijk.
De wet van 5 mei 1936 tot vaststelling van het statuut der havenkapiteins verbreden het bevoegdheidskader van de waterschouten met een groot aantal gerechtelijke taken.
Artikel 1: “Voor elke zeehaven van het Rijk wordt een havenkapiteinsdienst opgericht. De havenkapiteinsdienst ressorteert onder het bestuur of het organisme belast met de exploitatie der haven.” De havenkapitein wordt dus aangesteld door de haven, en zij bepalen het kader waarin deze aangrijpt. Artikel 7: “In de uitoefening van hun ambtsplichten omschreven in het eerste lid van het vorig artikel, zijn de havenkapiteins en adjunct-havenkapiteins, officieren van de gerechtelijke politie, hulpofficieren van den procureur des Konings.[…] Onverminderd de plichten van welke alle bevoegde officieren van gerechtelijke politie zijn opgelegd, worden door hen opgespoord en vastgesteld van de overtredingen van de in artikel 6 bedoelde wetten, reglementen en onderrichtingen, alsmede alle andere misdrijven bedreven binnen de grenzen van de onder hun toezicht staande havens.” Havenkapiteins,die afhangen van de havenbesturen, zijn politieambtenaren van de Gerechtelijke Politie. De onmiddellijke uitbetaling bij overtredingen van reglementen zijn opgenomen in hun bevoegdheden.
De waterschouten zijn krachtens de wet van 1936 ook belast met het waken over de uitvoering van het beslag op zee- en binnenschepen en in de wateren van het Rijk elk zee- of binnenschip aan te houden van een rederij waarvan een vaartuig wegens een misdrijf tegen de wetten en reglementen, een boete verbeurd heeft of ten laste van welke een schuldvordering ten bate van de Staat of van de door hem opgerichte instellingen is blijven bestaan. Teneinde kan een doelmatige en geldige borg de aanhouding opgeheven worden.
De jaren ’90 hebben het politiewezen op zich in zijn grondvesten laten daveren. De problemen van ontsnapping en proces Dutreaux hebben een aanleiding gegeven naar de hervorming van het Politiewezen. Tijdens de Sint Niklaasakkoord van 6 december 1996 beslist de ministerraad dat de algemene politiebevoegdheden van de bijzondere politiediensten, met name de zeevaartpolitie, de luchtvaartpolitie en de spoorwegpolitie, worden overgeheveld naar de Rijkswacht. Voor de integratie van de zeevaartpolitie werd er een overdracht gemaakt van bevoegdheden van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken. De nieuwe entiteit binnen de Rijkswacht kreeg de naam SPN ‘ScheepvaartPolitie, Police de la Navigation’
De nieuwe bevoegdheden werden juridisch vastgelegd bij de wet van 3 mei 1999. De wet tot regeling van de bevoegdheidsverdeling ingevolgde de integratie van de zeevaartpolitie, de spoorwegpolitie en de luchtvaartpolitie in de federale politie.
De SPN opende 4 kantoren, Antwerpen, Gent, Oostende en Zeebrugge met een algemene leiding op de Generale Staf van de Rijkswacht te Brussel. Bij latere vorming van de eenheidspolitie werd beslist dat de SPN deel uitmaakt van de federale politie. Kortgeleden volgde nog de fusie van de SPN met de bestaande havenbrigades van de Rijkswacht.
Het Koninklijk Besluit van 3 mei 1999 vervangt in een groot aantal bestaand K.B.’s de woorden waterschout door ofwel
- een met de scheepvaartcontrole belaste ambtenaar, ofwel
- de met de politie te water belaste overheid van de federale politie.
Door de vervangingen werden de politietaken van de waterschout overgeheveld naar de federale politie. De bevoegdheidsverdeling ingevolge de integratie van de zeevaartpolitie in de federale politie kan gevonden worden onder Hoofdstuk III wet van 3 mei 1999.
De woordkeuze tussen scheepvaartpolitie of zeevaartpolitie is afhankelijk
van de situering in de tijd.
Ter mededeling: de hervorming van de zeevaartpolitie heeft geleid tot het ontstaan van de scheepvaartpolitie en de scheepvaartcontrole.
Woordje van dank gaande naar Guido Lannoy
Docent Hogere Zeevaartschool, UFSIA en ULB
Hoofdscheepvaartinspecteur, Bestuur van Maritieme Zaken en Scheepvaart
bron ‘Van zeevaartpolitie tot scheepvaartcontrole en scheepvaartpolitie’
maandag 29 december 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten